d'n Hadeejer februari 2015

d’n HaDeejer | 23 tekst Rene van der Pas fotografie familie De Visser Hotel Restaurant De Brug, 1873 tot 1968 De waag Café De Brug (met bakkerij en winkel) van Toon de Visser stond tussen waar nu (nog) Autobedrijf Vorstenbosch is gevestigd en de verkeerslichten. Willem van Oorschot liet het bouwen in 1873. Toon Plaat had er ook al café. In 1933 nemen Antoon en Truus de Visser er hun intrek. Antoon is geboren op het kasteel als zoon van Hannes de Visser en Ditje Vos. Zijn vrouw Truus is een dochter van Johannes van Drunen en Hendika Rijkers, die zoals hierboven vermeld, ook café hadden aan de Zuid-Willemsvaart, met slagerij en winkel. Rond 1950 wordt café De Brug ook een hotel en halfweg de jaren vijftig van de vorige eeuw koopt De Visser het pand van Van Oorschot. Die had ook ‘de waag’ aan het kanaal, een losplaats voor schepen, en een opslag daar. Theo de Visser (zoon van), zijn vrouw Corry en Riek van Zutphen-de Visser (dochter van) vertellen. corry: “Ik kwam in 1958 in beeld als aanstaande schoondochter. Je was welkom, als je werken kon. Iedereen hielp mee. Mijn eerste karweitje was het schoonmaken van een plank uit de bakkerij. Ik wilde een goede indruk maken op schoonmoeder en schrobde alsof mijn leven ervan afhing. Haar reactie? ‘Wè moet onze Theo nou mè die meid? Ze kumt noit klaor mè dur wèrk’. De Zuid-Willemsvaart was toen nog een druk bevaren route. De losplaats zorgde voor klanten. In de wintertijd kwam het wel eens voor dat schepen ingevroren zaten, soms wel zes weken. Die mensen moesten toch eten en drinken. Allemaal klandizie.” theo: “Vader deed de bakkerij, hij had aan een paar uren slaap genoeg. Moeder de winkel en het café. Ze kwamen elkaar soms op de trap tegen. Moeder was een echte zakenvrouw, slim ook. Soms moest ze wat gedaan krijgen bij de gemeente. Dan nam ze een taart mee. Als het moest, ging ze zelfs naar Den Haag. Een vast gezegde van haar: ’Iedereen is liever gefopt dan geklopt’. We hadden ook een beschuitfabriek(je), Vissers Beschuit. Moeder is nog naar Den Haag geweest voor een exportvergunning. Ik werkte mee in de bakkerij. Visvereniging Altijd Beet had bij ons haar thuisfront. Regelmatig waren er visconcoursen. Toen het ook hotel werd, ging dat niet samen; die vissers konden er wat van. Het hotel had tien kamers, één badkamer en toilet. Zeven gulden en vijftig cent voor een nacht met ontbijt.“ riek: “Marinus Voets werkte in de bakkerij en Mien van Rooy was vaste hulp in het café en restaurant. We hebben eens een diner klaargemaakt voor 250 mensen. Het hotel stond goed bekend. Vertegenwoordigers logeerden er, maar ook topambtenaren uit Den Haag met chauffeur. We hadden dansavonden met live muziek. Moeder was de drijvende kracht. Ze had ook al een rijbewijs. Maar reed daarvoor ook al, ze was nog aan het lessen. Komt ze op een dag thuis, vergeet waar de rem zit en neemt het fietsenrek en een paal van de veranda mee. Piet van den Berg had het allemaal gezien: ‘Toon, de vrouw kumt thuis!’.“ In 1964 gaan Antoon en Truus uit de zaak. Van der Veen huurt het. In 1968 koopt Rijkswaterstaat Hotel Restaurant De Brug, het moet plaats maken voor de parallelweg. Maar liefst zes cafés stonden vroeger aan de Kanaaldijk Noord (toen nog gemeente Schijndel) en directe omgeving. Toon Dijkhoff en Bolwerk (op de hoek waar Van Houten woonde) aan de Heeswijkseweg. Bert van den Broek (Rust U Even) en Toon de Visser waren cafébaas aan de Kanaaldijk, Johannes van Drunen aan Sluis 3 aan de overzijde. Van Den Brand had een café aan de Steeg. Op kroegentocht deel 5

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=