d'n Hadeejer oktober 2014

d’n HaDeejer | 13 De jaarlijkse ‘heisessie’ met het bestuur heeft hij net achter de rug. “Er wordt gesproken over veel praktische zaken zoals de rouwpostbezorging, het in de toekomst mogelijk maken van digitale aangifte van overlijden tot aan het maken van cao-afspraken namens de werkgevers met de vakbonden. De aangesloten leden verzorgen 70% van alle uitvaarten in Nederland. Het 7-koppige bestuur, bestaande uit vier mannen en drie vrouwen komt minimaal maandelijks bij elkaar. Zo’n dertig jaar geleden was het nog een mannenwereld. Echter nu zijn de vrouwen ook goed vertegenwoordigd.” Vrij beroep In principe kan iedereen uitvaartondernemer worden. Het is een zogenaamd ‘vrij beroep’. Er zijn drie particuliere opleidingscentra in Nederland. De exameneisen zijn nu nog verschillend, maar de BGNU heeft het SKU (Stichting Keurmerk Uitvaartzorg) opdracht gegeven om een Nationaal Vakexamen Uitvaartzorg te realiseren, zodat er een onafhankelijk en uniek examen komt voor alle opleiders. “Medewerkers die zorg dragen voor de overledenen, maken onderdeel uit van het Post Mortaal team”, legt Alber uit. “De uitvaartassistenten, vroeger dragers genoemd, begeleiden bij het afscheid in de kerk of het crematorium. Dit laatste wordt ook steeds meer door familieleden en vrienden van de overledene gedaan”. Alber ziet de voordelen van een grotere uitvaartonderneming. “Als kleine ondernemer moet je 24 uur per dag bereikbaar zijn. Voordeel van groter zijn is dat je het werk beter kunt verdelen en je kunt putten uit ieders specialiteiten. Gewoonlijk moeten de medewerkers als ze dienst hebben eenmaal in de drie weken ‘stand-by’ zijn van vrijdagavond tot maandagmorgen”. Ook Alber draait regelmatig een dienst mee. “De bedrijfsmatige aspecten van het ondernemerschap, versus de intensiteit van het menselijk contact, spreken mij erg aan. Bij overlijden komen er veel herinneringen naar boven, er worden mooie verhalen verteld en er wordt ook gelachen. Je bent er op kwetsbare momenten en goed kunnen luisteren is heel belangrijk. Het is jammer dat dit contact daarna weer over is, dat je het weer moet loslaten”. Vroeger dacht Alber dat mensen hem associeerden met dood en verdriet. Daar heeft hij nu geen last meer van, nu overheerst het gevoel van waardering voor zijn bijdrage aan het afscheid. Hij vindt het nog steeds verbazingwekkend dat mensen altijd weer de kracht vinden om er een mooi afscheid van te maken. Zelfs bij het overlijden van een kind. Duurzaamheid in de uitvaartzorg ‘Claassen Uitvaartzorg’ is een van de zes initiatiefnemers die de Stichting Greenleave hebben opgericht. Welke alternatieve keuzes kun je bij het regelen van een uitvaart maken, die beter zijn voor mens en milieu? De stichting adviseert hierbij, maar biedt ook duurzame producten en diensten aan. Steeds meer mensen vinden duurzaamheid namelijk belangrijk. Daarbij kun je denken aan de keuze voor een kist van snelgroeiend binnenlands hout en het soort materiaal van de kleding waarin de overledene begraven wordt. Of je kiest bewust voor Nederlandse seizoensbloemen met een verantwoord kweekproces. Of wat ook gebeurt, kiezen voor een gift aan een goed doel, in plaats van bloemen. Veranderingen door de jaren heen Alber: “Waar vroeger mensen automatisch werden begraven op het kerkhof van de parochie waar zij lid van waren, is dat nu niet vanzelfsprekend meer. Ook omdat religie een minder grote rol speelt. Het lijkt wel dat als het kerkhof niet direct naast de kerk ligt, mensen eerder nadenken over alternatieven. Landelijk ligt de verhouding begraven versus cremeren op zo’n 40-60% en in Brabant ligt dit percentage niet veel anders. Er zijn ook steeds meer natuurbegraafplaatsen. En diensten worden bijvoorbeeld ook in cafés gehouden. Maar als je voor de kerk kiest, kies je ook voor de rituelen van de kerk,” vindt Alber. “Mensen regelen steeds meer zelf, maar emoties en de factor tijd maken dit vaak lastig”. Ook in de uitvaartbranche wordt steeds meer gecommuniceerd via de mail. Dat is efficiënt, bijvoorbeeld voor het afhandelen en plaatsen van advertenties. Maar huisbezoeken en menselijk contact blijven uiteraard heel belangrijk. Is de dood een beladen onderwerp? Alber: “De een denkt er wel over na en de ander niet. Dat is ieder zijn eigen keuze. Er blijft een groep over die een traditionele begrafenis wil. De groep die naar alternatieven zoekt, wordt wel groter. Mensen moeten ook niet bang zijn om ‘gewoon’ te doen. Altijd doen waar men zich het prettigst bij voelt”. Hoe we met de dood omgaan, verschilt per cultuur en per geloof. Alber is bekend met de rituele wassingen van overledenen van Marokkaanse en Turkse afkomst. Vaak worden deze daarna begraven in het land van herkomst. In Nijmegen verzorgt ‘Claassen Uitvaartzorg’ de diensten voor de Joodse gemeenschap. Zo mogelijk wordt de overledene dezelfde dag nog begraven. Incidenteel regelt Alber de begrafenis van iemand in het buitenland. Dat is lastiger in bijvoorbeeld Duitsland vanwege de afwijkende (strengere) regels. Vierde generatie? Alber woont prachtig, samen met zijn vrouw Karin en zoon Wout in het buitengebied aan de Lange Kruisdelstraat. Vroeger had hij een hele ‘veestapel’ zoals pony’s, kippen en geiten. Nu heeft hij nog slechts zijn hondje over. Hij is lid van de Stichting ‘Bridges’ in Bernheze en de Lions club ‘Uden Veghel’. Stichting Bridges heeft als doel het promoten en organiseren van (vernieuwende) culturele activiteiten en het versterken van het culturele en groene imago van de gemeente Bernheze. De Lionsclub organiseert met name activiteiten om fondsen te werven voor goede doelen. Verder gaat Alber regelmatig kijken naar het voetballen van zijn zoon Wout (20) bij voetbalvereniging Heeswijk en zo af en toe golft hij nog. Wout studeert marketing aan het Koning Willem 1 College in Den Bosch en het is nog niet bekend of hij zijn vader opvolgt in het familiebedrijf. Die keuze is namelijk nog niet gemaakt! “Waar vroeger mensen automatisch werden begraven op het kerkhof van de parochie waar zij lid van waren, is dat nu niet vanzelfsprekend meer”

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=