d'n Hadeejer april 2006

25 Van grote diepvries tot geliefd object voor affiches Opmerkelijk pandje aan de Nobisweg deed tot 1993 dienst als vrieshuis Het kleinste huisje van HaDee staat aan de Nobisweg te Dinther. Al zou je beter kunnen spreken van pandje, want het is niet echt een huis in de zin van woning.Toch een opmerkelijk pandje met een fraaie historie. Heden ten dagen een geliefd object om affiches op aan te plakken. Het pandje deed tot 1993 dienst als vrieshuis. Om daar wat over te vertellen klopten we aan bij de voormalige beheerder, Jan van Zutphen (88 jaar). Een vrieshuis, wat is dat precies? “In feite is het een heel grote diepvries.Een aantal vriescellen stond er in waarin zich laden bevonden van tweehonderd liter, waarin de temperatuur -20 was. De laden kon men huren voor een bedrag van honderdtien gulden.” Wanneer/waarom is het huisje gebouwd? “Dat was in 1960. In heel Nederland werden op talrijke plaatsen vrieshuizen gebouwd. Het invriezen was een goede nieuwe methode om vlees en groente lang te kunnen bewaren en veel minder omslachtig dan pekelen en wecken.Het bestuur van de Boerenbond van Dinther richtte in dat jaar de Coöperatieve vereniging tot exploitatie van diepvrieskluizen Dinther op en bouwde het huisje.” Wat kostte dat wel niet en waar kwam dat geld vandaan? “Het was destijds een enorme investering. We kochten 900 m2 grond van Dries Verhoeven voor 3150 gulden. Toon ‘d’n Huvener’(van der Heijden) bouwde het en dat kostte 5600 gulden. De vriesinstallatie van Fri-Jado kostte maar liefst 19000 gulden. Daarvoor moest een hypotheek worden afgesloten bij de Boerenleenbank en gaven we aandelen uit van 600 gulden per stuk.” Wie maakten er gebruik van het vrieshuis? “Aanvankelijk voornamelijk boeren. Die zaten bij de slacht opeens met een partij vlees en die konden ze dan makkelijk invriezen.Wat later volgden burgers die er ook slachtvlees in bewaarden en de groenten uit de moestuin invroren.” Waarom is het huisje niet meer in gebruik? “In 1993 is de coöperatie opgeheven. Bijna niemand maakte nog gebruik van het huisje; de meeste mensen hadden zelf een diepvries. Bovendien was de hele vriesinstallatie geen stuiver meer waard. Versleten en om de haverklap kapot. En de deuren sloten niet goed meer en dan moest ik er met de beitel op om het aangevroren ijs weg te kappen.” Wat deed u als beheerder? “Ik hield het toezicht. Iedereen die een lade huurde, had zijn eigen sleutels. Ik had een loper voor noodgevallen. Soms kregen we bezoek van de vleeskeuringsdienst en dan wilden ze alles zien. Illegaal (ongekeurd) vlees namen ze in beslag. Bij storingen ging er een lampje branden en dan moest ik naar Fri-Jado bellen en dan stuurden ze een paar monteurs. Maar die konden niets, behalve koffie drinken. Gelukkig hadden we al snel een échte monteur ingeschakeld, anders hadden we het niet tot ’93 gered. Ook is er een paar keer ingebroken. In 1974 waren er kenners binnen geweest, want ze hadden alleen het rundvlees meegenomen. Toen moesten we van de verzekering een deur en alle ramen dichtmetselen.” Wat zou er met het huisje gaan gebeuren? “Geen idee.Toen de coöperatie werd opgeheven, werden het huisje en de grond verkocht. Het huisje is te klein om er een woning van te maken en ook is de kavel te klein om er een nieuwe woning op te bouwen. Het huisje is op dit moment in particulier bezit.” TK Jan van Zutphen , de voormalige beheerder van het vrieshuis

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=