d'n Hadeejer april 2006

Betaalbaar vakwerk Van 1748-1756 leefde er in Dinther een predikant, Dominee Jacob Pencier. Deze was getrouwd met Cornelia Disper en zij vonden dat ze iets moesten doen voor de gegoede jeugd van Dinther en omstreken. Hij stichtte een kostschool, en wel een bijzondere, namelijk een “Franse kostschool voor jonge juffers”.Het gold in de 18e eeuw nu eenmaal voor deftig als men de Franse taal sprak en een Franse opvoeding genoten had. Op verschillende plaatsen in Nederland vond men dergelijke privékostscholen, maar voor Dinther was het zeer bijzonder. Het is niet bekend of de school veel leerlingen telde. Na de dood van Pencier op 1 maart 1756, nam zijn weduwe de scepter over en zij bleef dit doen tot aan haar onverwachte dood op21 september 1761. Omdat zij niet ziek was geweest, waren er ook geen maatregelen getroffen, hoe het nu verder moest met de damesleerlingen. De weduwe Pencier had nog wel familieleden, maar haar vader, broer en zuster woonden op Texel. In verband met de slechte toestand van de wegen en het langzame vervoer per koets, kon niet gewacht worden tot die waren overgekomen. Daarom besloten de schepenen van Dinther twee curatoren aan te stellen over haar nalatenschap en af te handelen dat ‘de Juffers’ met hun bezittingen weer thuis kwamen. Aangesteld werden Hermanus Niklaas, schepen te Dinther, en Johannus Buschman, koopman in kruidenierswaren te ’s Hertogenbosch. Het was zeer belangrijk dat het heen zenden van de ‘Juffers’ goed werd afgehandeld. Want in de bepalingen van de school stond: ”Bij het verlaten van de school valt het linnengoed, het tingoed en het zilver van de leerling toe aan de school”. Dus het opzetten van zo’n school was niet alleen een liefdadigheidsinstelling, maar ook een zeer lucratieve bezigheid. Om een idee te geven hoe het er op zo’n school aan toe ging, is het volgende ontleend aan de ”Conditien van ’t Frans juffrouwen kostschool te Oosterhout van 1770.” De meisjes moesten voordat ze ingeschreven konden worden en het schoolgeld hadden betaald verplicht het een en ander meebrengen. Een zilveren couvert bestaande uit minstens: mes, lepel en vork. Twee tinnen borden en een tinnen kamerpot, zes servetten, twee paar lakens en slopen en twee handdoeken. Dit alles werd eigendom van de school. De ‘juffers’ werden onderwezen in “de Franse en Nederduitse talen, het leren schryven en cyferen, het leren breyen , naayen en borduren”. Alles voor de som van 170 gulden per jaar. De kosten van de ‘paruykmaker’ bedroegen 10 gulden. De 18e eeuw staat bekend als de Pruikentijd. En dus hoorden een pruik en de verzorging daarvan bij de opvoeding en het maken van het toilet van de juffers. Regelmatig werd hiervoor een pruikenmaker ingehuurd. Voor de huur van een plaats in de kerkbank met een stoof voor de voeten te warmen was per jaar 2 gulden verschuldigd. Voorts was er geld verschuldigd voor dans en muzieklessen, want beide moest je goed beheersen om aan de man te kunnen komen. Uit deWojstap-kroniek 10 mei 1990, Mevr-J.Reijnen-Ijseldijk Jonge juffers op een Franse kostschool te Dinther M. Dobbelsteen Lariestraat 23 Heeswijk-Dinther Tel. 0413 - 291382 Mobiel 06 - 12097637 Waan u even in de tijd vanweleer. Kasteelfeesten Wie verlangt er niet zo af en toe eens, al is het maar in gedachte, te mogen vertoeven in de tijd van de Middeleeuwen. Deze droom kan nu werkelijkheid worden. OpHemelvaartsdag, van 10.00 uur tot 17.00 uur is de omgeving vankasteelHeeswijk omgetoverd in de tijd van weleer, compleet met een volledig kampement van de compagnie van Brederode, ganzenhoeder, valkenier enz. enz. U mag uzelf even ridder of jonkvrouw wanen. Zowel passief als actief kunt u genieten van allerlei spektakelstukken. U beeldt zich in dat u de jonkvrouw Genoveva bent of ridder Rodert, haar heimelijke liefde. U bent uitgehuwelijkt aan een bevriende graaf, waar u een heimelijke liefde koestert voor een ander. Via een list bent u in staat deze geheime minnaar in de vorm van Ridder Robert te ontmoeten, maar uw vader heeft het bedrog doorzien en vecht een strijd op leven en dood uit met uw ridder. Plotseling kunt u oog in oog staan met een melaatse of bedelaar, uw pad wordt doorkruist door een ganzenhoeder of de valk scheert rakelings over uw hoofd, op zoek naar prooi. Oude beroepen en ambachten herleven en u kunt daar deelgenoot van zijn. Dit alles in de landelijke omgeving van kasteel Heeswijk, dat zijn deuren wijd open zet om u te kunnen ontvangen en een blik waardig te gunnen in de Middeleeuwen. Zowel buiten als binnen is er volop te zien, te doen en te genieten, ook voor de jongere bezoekers. Al met al voldoende redenen om 25 mei 2006 in uw agenda te reserveren om met het gezin een dagje terug te keren naar de tijd van ridder Robert, terug naar de Middeleeuwen.

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=