d'n HaDeejer februari 2025

Daarnaast heeft hij één dag per week een baan bij de Radboud Universiteit in Nijmegen als docent taaldidactiek én doet hij onderzoek naar spelling en grammatica. Spelling en didactiek Dikwijls krijgen docenten het verwijt dat leerlingen bij het vak Nederlands spelling onvoldoende aangeleerd krijgen. Daarom heeft Robert samen met Esther Hanssen (lerarenopleider aan de HAN) een speciaal boek geschreven: ‘Spelling en didactiek voor het vo en mbo’. Het is een boek van een kleine 200 bladzijden. Robert: “Het is een speciaal boek voor studenten aan de lerarenopleidingen Nederlands, maar ook voor werkzame leraren is het heel handig. Er staan allerlei schema’s in hoe je woorden moet spellen, steeds met een stappenplan. Elk hoofdstuk begint met een diagnostische toets, daarna leerlingenteksten (met fouten) en dan regels plus uitleg.” Basis staat voorop “Het is een echt studieboek. Want wist je dat de spelling van De Vries en Te Winkel uit 1883 (Grondbeginselen der Nederlandsche spelling) sindsdien slechts vier keer veranderd is? Voor ons boek zijn de hoofdregels het uitgangspunt. Uitzonderingen zijn wel interessant, maar zorgen ook voor een hoop verwarring. Denk aan verkleinwoorden zoals karbonaadje, waar karbonadetje ook mag” Robert stelt uitdrukkelijk dat het vak Nederlands niet moet inzetten op gekke vormen: de basis staat voorop! “Spellen is geen schools spelletje. We gebruiken een didactisch model: je hebt een taalregel, een taalgevoel én taalwerkelijkheid.” “De basis leren van spelling én leren dat spelling relatief én veranderlijk is, is een fascinerend en belangrijk onderdeel van het taalsysteem. Inhoud en structuur zijn relevant voor je verhaal, maar spelling is ook belangrijk. Wanneer je bijvoorbeeld solliciteert naar een nieuwe baan met allerlei spelfouten, dan loop je toch een beetje met je gulp open…!” TOT SLOT NOG EEN PRAKTISCH HULPMIDDEL: Om te bepalen of het voltooid deelwoord of de persoonsvorm verleden tijd bij zwakke werkwoorden een d of t krijgt, neem je eerst de stam (= hele werkwoord -en) van het werkwoord.  Als deze op een medeklinker uit 't kofschip eindigt, krijgt het woord een -t. Wanneer de laatste letter van de stam daar niet in zit, schrijf je een -d. fietsen luisteren fiet s luiste r 'T KOF S CHIP gefiets t geluister d

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=