d'n Hadeejer maart 2023

d’n HaDeejer - 21 “Ik heb het altijd fijn gevonden in Heeswijk-Dinther, voelde me er vrij.” Het waren haar ouders die, waarschijnlijk onbewust, de liefde voor kunst bij haar aanwakkerden. “Als we bijvoorbeeld in de Sint Jan in Den Bosch waren, wees onze vader ons op de kunstwerken, het houtsnijwerk, hoe goed en vakkundig iets was gemaakt, hoe mooi het in elkaar zat.” José vond het niet alleen fijn om naar kunst te kijken, maar was ook zelf graag bezig. “Op verjaardagen en met Sinterklaas kreeg ik altijd wel een nieuwe verfdoos en een schetsboek (van onze moeder). Ik was daar blij mee en kon weer een tijdje vooruit.” Je eigen pad Voor een beeldend kunstenaar is het belangrijk om gaandeweg een eigen beeldtaal te ontwikkelen. De zoektocht hiernaar begon voor José op de Kunstacademie in Den Bosch. ”Daar had ik een fijne tijd, leerde er veel en kreeg ruimte om te groeien naar wat ik wilde. Toen ik van de academie kwam, werkte ik expressief. Totdat ik me ging afvragen: waar leidt het naar toe, en wil ik dat? Vanaf dat moment ben ik al werkend op zoek gegaan naar een eigen beeldtaal, naar eenvoud. Ik wilde naar de essentie, uitvinden waar het om gaat. Je moet dit pad zelf maken en dan stap voor stap vervolgen.” De reis naar Australië, die José samen met haar gezin in 1992 maakte, was zeker van invloed op haar stijl. “Ik had er enorme ruimte en lege landschappen gezien, stilte gehoord, zat boordevol indrukken. Toen ik terug was en in mijn atelier kwam, zag ik: het moet anders. Toen sloot ik een deur achter alles wat ik tot dan toe had gemaakt en ben helemaal opnieuw begonnen. Met lijnen de ruimte zoeken die ik gezien had.” Ook haar verblijf in het Mark Rothko Art Centre in Daugavpils, Letland (de stad waar deze kunstenaar is geboren) en het werken in een artist-residence bij de Josef & Anni Albers Foundation in de V.S. hielpen haar steeds verder op deze zoektocht. “Dat was in Connecticut en soms ging ik van daaruit met de trein naar New York. Op een keer dacht ik: Hier loop ik toch maar, een ‘durske’ uit Dinther.” Vrij en verbonden Voor José is kunst verbonden met het leven. “Het gaat om keuzes maken. In elk schilderij zitten honderden keuzes: het begint bij het formaat, de kleuren, de vorm, hoe je schildert, etc. Ook in het leven moet je veel keuzes maken en daarbij proberen zuiver te zijn en dicht bij jezelf te blijven. In een schilderij kun je versieren, maar dan leg je er een laag overheen die niet meer echt van waarde is. Die misschien wel het oog streelt, maar niet de geest, of het hart. Je kunt ervoor kiezen om die laag weg te laten, om niet te behagen en om naar de kern van waar het om gaat, te gaan. Je eigen weg volgen is niet altijd gemakkelijk, maar het is wel heel belangrijk. Dat heb ik van schilderen geleerd.” Kleur als ruimte Kleur als ruimte is het hoofdthema in het werk van José. “Ik probeer ruimte te bereiken door kleur. Kleur is een hele wereld, een kleur bestaat op zichzelf. Maar kleur moet ook verbonden worden aan een vorm, wil je die kleur kunnen zien en tastbaar maken. Ook vandaar ‘free and connected’, vrij en verbonden. Kleuren naast elkaar doen iets: ze versterken elkaar of zwakken elkaars helderheid juist af. Net als een kleur zou elk mens ernaar kunnen streven om zich vrij en verbonden te voelen. En net als in een schilderij is ook daarin evenwicht een belangrijke factor.” Kröller-Müller Museum José werd zo’n anderhalf jaar geleden uitgenodigd om haar werk te tonen in het Kröller-Müller Museum “Toen ik de zalen voor de tentoonstelling zag, wist ik dat ik deze ruimtes in ieder geval met bestaand werk tot iets goeds zou kunnen maken. Dat gaf vrijheid en in 2021 en 2022 heb ik veel nieuw werk kunnen maken, schilderijen die ook in de tentoonstelling zijn opgenomen.” De hoofdingrediënten in haar werk zijn kleur, lijn en ritme. Bij één van de schilderijen in de tentoonstelling, Written Colours, maakte klarinettist Peter Koetsveld een muziekimprovisatie, die zich vier keer in het uur laat horen. Een schilderij is zelfstandig. “In één van de vier ruimtes in het Kröller-Müller staat een bank. Laatst zag ik daar iemand zeker twintig minuten naar hetzelfde werk zitten kijken. Even twijfelde ik of ik naar deze persoon toe zou gaan, om te vragen wat het werk voor hem betekende. Maar meteen dacht ik, nee, dat wil ik niet doen. Het werk heeft een eigen leven. Het is nu een dialoog tussen de beschouwer en het werk, ik heb daaraan niets toe te voegen. Het is met een schilderij dat het atelier verlaat, een beetje zoals met een kind: het heeft zichzelf, en gaat op een gegeven moment het huis uit om een eigen leven te leiden.” Ambities “Wat het werk betreft hoop ik dat ik daar nog lang mee kan doorgaan. Ik houd bijvoorbeeld ook van reizen, maar als ik reis, is het toch meestal voor het werk. Het maakproces vraagt veel concentratie en tijd. Het gaat ook hier weer over keuzes maken, over waar je je focus wilt leggen.”

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=