d'n Hadeejer oktober 2018
d ’ n hadeejer 7 “De situatie was heel gespannen daar en de familie wilde in Nederland een nieuw bestaan opbouwen.” Kort na hun aankomst in februari werd Christ geboren. Hier aan- gekomen kregen ze een lening van de Nederlandse Staat. Vader kreeg gelukkig vrij snel een administratieve baan bij de Raad voor de Kinderbescherming. In die tijd kwa- men meer Indonesische mensen hier naar toe en gingen dan vaak in groepen bij elkaar wonen, zoals in Vught en Den Haag. “Maar mijn ouders wilden zo snel mogelijk in- tegreren en dus was het een bewuste keuze om tussen de ‘Nederlanders’ te gaan wonen. We hebben drie weken in de Taalstraat in Vught gewoond en zijn daarna naar de Graaf Wernerstraat verhuisd, waar we altijd zijn blijven wonen. Ook ooms en tantes, die inmiddels allemaal zijn overleden, kwamen in die tijd naar Nederland. Zelfs in Hotel Cuijpers hebben toen tijdelijk mensen gewoond.” Christ weet nog dat ze regelmatig hulp kregen van Tiny van Rooij (bloemist - red.), die hen hielp om de kachel aan te maken en zo. “Want het was een koude winter toen we hier in 1962 aankwamen.” Indonesië Christ is één keer naar Indonesië op vakantie geweest. “Toen ik naar de plekken reisde waar mijn familie van- daan komt, dacht en voelde ik meteen: hier liggen mijn roots. Ik herkende de plekken van foto’s en door de ver- telde verhalen thuis. En het soort eten en de eetgewoon- ten waren zo herkenbaar: vaker op een dag eten dan hier en iedereen kan en kon altijd aanschuiven. Ook besefte ik toen wat mijn ouders hadden door- en meegemaakt, alleen het weer al, zo koud.” De familie Dekker is heel hecht. Alle broers en zussen wonen in Brabant. Eén zusje is hier overleden en één zusje op de leeftijd van drie jaar in Indonesië (dus eigenlijk tien kinderen). “Mijn ouders zijn op vrij jonge leeftijd overleden, negen maanden na elkaar. Ik was toen achttien jaar oud en had ze hard no- dig om op eigen benen te leren staan, dus dat viel niet mee. Het huishouden regelen op die leeftijd is moeilijk, alhoewel we wel gewend waren om mee te helpen. De drie jongsten zaten nog op school; kregen een wezenuit- kering. We kregen in die tijd hulp van Maatschappelijk werker Mees van der Starre.” Stokken Als jochie trommelde Christ al op emmers en zo. Buur- man Frans van Aspert speelde bij de fanfare en stimu- leerde hem om op trommelles te gaan. Dat deed hij toen bij Jo van de Pas van de fanfare. Hij vond het prachtig om midden op straat te lopen met zijn trommel, als tam- boer bij de fanfare. Hij was toen ongeveer negen jaar en een van de jongsten. Tegelijkertijd was hij ook bij gilde Sint Willibrord in Heeswijk. Bij de Gildedagen moest hij twee rondjes lopen en de mars slaan en dan stilstaan voor de jury en nog even roffelen. Dat vond hij geweldig. “Mijn juryrapporten waren beter dan mijn schoolresulta- ten”, lacht Christ. Tot zo ongeveer zijn 18e is hij tamboer Muzikale man met Indonesische roots Het had niet veel gescheeld of Christ Dekker (56) was in het vliegtuig geboren. Met zijn ouders, vier zussen en twee broers kwam Christ, in de buik van zijn hoogzwangere moeder, met het vliegtuig in februari 1962 vanuit Indonesië naar Nederland. Nu woont hij samen met echtgenote Saskia en kinderen Mees, Merel en Karlijn in HaDee. INTERVIEW
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=