d'n HaDeejer mei 2016

d ’ n hadee j er 33 Want we hebben een werkgroep van 14 dames, die op woensdagavond en zaterdagmorgen de kleding maakt. En die grote groep is ook wel nodig, want er moeten zo’n 70 tot 75 kostuums komen.” Als een kostuum klaar is, wordt het individueel gekeurd. Bij de kostuumdoorloop in de generale week zie je pas alles kostuums bij elkaar. “Dan kunnen we eventueel nog ingrijpen en kleine veranderingen aanbrengen,” zegt Jeanne. De muziek Voor een gesprek over de muziek moeten we terecht bij een ‘ouwe getrouwe van de Kersouwe’, Jacques Noyons. Van 1989 tot 1999 was hij verantwoordelijk voor de muziek bij de eigen voorstellingen op het theater. Daarna heeft hij nog 2 keer gefungeerd als componist van de muziek en sinds vorig jaar is hij weer de componist en staat hij ook zelf weer ‘op de bok’, zoals dat heet. Uiteraard is ook de muziek tot stand gekomen in nauw overleg met regisseusse Anneke en schrijver Adrie. Anders dan andere jaren is er niet gekozen voor ‘liedjes’, maar komt de muziek op 4 verschillende manieren aan bod. 1. Indonesië: de reien In het oude Griekse drama en ook wel in toneelstukken uit de 17e eeuw kende men de zogenaamde reien. Dat waren groepen die buiten het toneelstuk stonden en als het ware vanaf de zijlijn commentaar gaven op wat er op het toneel gebeurde. Adrie heeft korte gedichten geschreven en Jacques heeft die op muziek gezet. Dat is het commentaar dat geleverd wordt door 8 personen, begeleid door een gitaar (in dit geval Adrie van de Brand zelf). Alleen is het niet Grieks-achtig, maar Indonesisch-achtig. Jacques moet erkennen dat hij ingewikkelde, meerstemmige muziek heeft geschreven, moeilijk voor amateurs. “Maar ze halen het heel goed,” zegt hij trots. De muziek straalt rust uit, de inhoud levert commentaar. 2. Amsterdam: de psalmen Voor de Amsterdamse sfeer heeft Jacques gekozen voor psalmachtige muziek inclusief een orgel. “Protestanten herkennen onmiddellijk dat het geen echte psalmen zijn, maar niet-kenners zullen het verschil amper horen,” zegt Jacques met een lach. 3. Underscore Underscore is de muziek die gecomponeerd wordt om ‘onder een scène te worden gezet’, de achtergrondmuziek. Sommige underscore is bedoeld om een stilte op te vullen, maar veeleer is het een soort muziek die de sfeer in het stuk moet onderstrepen. In Max Havelaar is gekozen voor muziek met twee instrumenten: de zogenaamde tankdrums, waarvan het geluid het best te omschrijven is als lijkend op de steeldrums, de Caraïbische olietonnen, maar veel muzikaler en de angklung. Dat zijn (meestal twee) gestemde bamboekokers die zich in een frame bevinden. Bij het zijdelings heen en weer bewegen ontstaat een warm soort geluid. Deze twee instrumenten zorgen voor een “gamelan”- geluid, het klinkt als een traditioneel Indonesisch orkest. De bespelers van de instrumenten reageren ermee op datgene wat er op het toneel gebeurt. 4. Het openings- en het slotlied. Aparte vermelding verdienen het openings- en het slotlied. Bij de liederen treden aan het begin de acteurs als het ware in hun personages en treden ze, aan het eind, er weer uit. Dan verschijnt Multatuli zelf met zijn beroemde aanklacht tegen het kolonialisme. Jacques Noyons is degene die in samenspraak alle muziek heeft gecomponeerd en die de muziek ook leidt en begeleidt

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=