d'n HaDeejer februari 2016

D ’ n HADee j eR 9 Nee, ik ga het niet hebben over het weer, de winter of de lente, want dat is zo wispelturig als de pest. Nee, ik ga het weer hebben over taal. In november had ik het, in deze column, al over taal en dialect. Ons dialect holt achteruit en het Nederlands, beweerde ik, verwordt, door invloed van het Engels, tot een dialect. Toch houd ik van het Nederlands. Want, bedenk ik dan, zolang een taal levend is, is het volk niet uitgestorven. Taal is uitermate belangrijk en machtig. Taal kan iemand maken en breken, grof zijn en teder. Woorden kunnen wreed, harteloos en vernietigend zijn, maar ook vleiend, troostend en bemoedigend. Ik pleit voor het koesteren van het Nederlands. Je kunt vele talen beheersen, maar als je met een hamer op je duim slaat, gebruik je ongetwijfeld je moedertaal. Taal kan ook heel leuk zijn en er kan mee gespeeld worden. ‘Als vliegen achter vliegen vliegen, vliegen vliegen vliegen achterna’, is daar een mooi voorbeeld van. Zo ook: ‘Waarom loopt je neus, terwijl je voeten ruiken?’ Woordspelingen zoals ‘Wil je nog thee, muts?’ of ‘Nee, liever koffie, Dick!’, zijn er in overvloed. Een grote bewondering had ik voor, verleden jaar overleden, Drs. P, een woordkunstenaar met humor. Een leuk woordspel is ook om woorden anders te verklaren dan de oorspronkelijke betekenis. Zo is ‘minimaal’ een kleine maaltijd, ‘uitzonderlijk’ een begrafenisondernemer op reis, is een ‘misleider’ een priester en een ‘minister’ een hele kleine ster. Al deze voorbeelden kende ik al, hoorde ik van iemand, of las ik ergens. Zelf bedacht ik dat een ‘pottenkijker’ een lesbische pornosite bezoeker moet zijn. Nou ja, taal blijft leuk! Henk Habraken column Taal is leuk! Henk STEuN Zijn eerste miniatuurtrappen maakte hij van hobbykarton, later gebruikte hij afvalhout. Marietje vond het prachtig en stimuleerde hem in zijn nieuwe bezigheid. “Ze schafte zelfs een werkbank voor me aan.” Nadat hij in 2013 afscheid moest nemen van zijn vrouw en in 2014 van hun pleegzoon Cor, is zijn hobby nog belangrijker voor hem geworden. “Ik ben er elke dag mee bezig. Ik heb speciaal gevraagd of de thuiszorg al om 07.00 uur kan komen, zodat ik rond 09.00 uur kan beginnen met mijn trappen. Ik ben ‘unne vroege mens’.” Adrie doet overal ideeën op voor de trappen. “Soms zie ik iets op tv, dan gaat de knop om en maak ik een schets. Ik ben niet altijd meteen tevreden, dus soms moet het opnieuw. Vervolgens ga ik het maken.” Mari van Beek is zijn grote steun en toeverlaat. Niet alleen zorgt hij ervoor dat het afvalhout gezaagd wordt, hij helpt ook regelmatig mee met het lijmen van de zijstukken van de trap. “Want ik heb 2 handen nodig om te lijmen en 3 om de trap vast te houden.” gRaTIS Het is een secuur werkje en je moet er een vaste hand en veel geduld voor hebben. Treetje voor treetje wordt gelijmd, leuningen moeten voorzichtig worden gebogen. Adrie neemt er de tijd voor. “Ik doe het rustig aan. Ik lijm een tree, ga even zitten en doe dan de volgende tree. Zo ben ik mooi de hele dag bezig. Ik ben heel nuchter; als er iets kapot gaat of als het niet naar mijn zin is, dan maak ik het gewoon even opnieuw. Normale trappen maak ik soms wel 2 per week. De ingewikkeldere trappen kosten wat meer tijd, daar doe ik een paar weken over.” Hij maakte al zo’n 100 trappen; een aantal daarvan staat als voorbeeld bij een bouwbedrijf en een trappenfabriek. Ook staan er enkele exemplaren als lesmateriaal op het ROC in Veghel. In zijn appartement staan er momenteel ongeveer 25. “Als iemand interesse heeft, dan mogen ze er gratis een komen halen. Ik verkoop niets, het is mijn hobby en ik hoef er geen stuiver aan te verdienen. Ik hoop gewoon nog veel trappen te mogen maken, want zolang ik dat kan doen, leef ik!” ‘Ik hoef er geen stuiver aan te verdienen’ ‘zolang een taal levend is, is het volk niet uitgestorven’ Tekst Liseth Kuijs Fotografie Lianne gabriels

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=