d'n Hadeejer maart 2015

De wind waait hier eeuwig, geen einde, geen begin. Blaast de vergetelheid steeds weer nieuw leven in. Zestig jaren liggen er, tussen nu en toen. Aan het graf van m`n vader. Mies van Lamoen. Bij leven en welzijn bakte hij brood. Bracht `t zelf naar de klant, de schok was dan ook groot. Toen ie ziek werd, en geen dokter iets voor `m kon doen. Overleden te Dinther. Mies van Lamoen. Ik heb nog `n foto, wat lijkt hij toch sterk. Op de fiets met de mikkorf, want dat was z`n werk. Nog jaren lang had ie dit willen doen. Vijfendertig geworden. Mies van Lamoen. Weinig wegen, maar paden, het deerde hem niets. En altijd met z`n hond, hijgend vlak naast z`n fiets. Het beeld is vervaagd, ver verwijderd van toen. Van die bakker uit Dinther. Mies van Lamoen. Levenslustig was hij, acht kinderen, `n vrouw. Z`n piano die jubelde, over `n “Donau so blau”. Zal ie ergens nog liggen, zijn klarinet van toen? Alleen de wind die nog ruist. Bij Mies van Lamoen. Je bent, ik weet `t, zo lang al uit `t zicht. Maar ik plaats je vandaag nog een keer in het licht. Als de eeuwige wind, in ieder seizoen. Die `n ode brengt. Aan Mies van Lamoen. Boy van Lamoen Ode aan Mies van Lamoen Mies met zijn hond. d’n HaDeejer | 15

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=