d'n Hadeejer augustus 2014

Naaimachine Bij de familie van Cleef in de Zandstraat werden verschillende families opgenomen. Gerarda van den Boom - van Cleef was toen negen jaar. “De huishoudens van Harrie Manders met zes kinderen en van Pieter van der Meijden met vier waren bij ons onder dak. En nog twee oudere mensen, Gijs en Drieka Pijnappels. We sliepen met zijn allen op stal, op stro met wat jute zakken. Vader en moeder hadden hun bed afgestaan aan Gijs en Drieka en lagen ook bij ons op stal in de rij. We hadden provisorisch een schuilkelder gegraven. Ik herinner me nog dat de naaimachine er ook in stond. Mocht het huis afbranden dan hadden we in ieder geval de naaimachine nog, zal moeder gedacht hebben.” Haar man Antoon: ”Je moet je niet teveel voorstellen van zo’n schuilkelder. Meestal werd een stuk sloot wat uitgediept en daar ging dan wat hout en stro en een laag zand overheen. Net een meter diep, anders zat je in het water, je kon er dan ook niet in staan. Bij beschietingen zat je in ieder geval onder het schootsveld, dat was het belangrijkst.” Antoon komt oorspronkelijk van Berlicum, waar vanaf midden oktober 1944 ook enorme gevechten plaatsvonden. Hij moest ook vluchten. Het gezin Van den Boom komt bij de familie Sigmans terecht in de Koffiestraat. De eerste boerderij rechts na de brug. Het toeval wil dat Gerarda en Antoon daar later samen zijn komen wonen. Gerarda: ”Er was voldoende eten, we hadden immers zelf aardappelen, groente en fruit. Drie weken waren deze mensen bij ons. Over geld werd niet gesproken: wat je had, daar deed je het mee. Johny, de jongste van Harrie Manders had zijn pop vergeten en jankte de hele nacht. Harrie is toen met gevaar voor eigen leven die pop gaan halen in de Heilaren.” Oorlogsdagboek Christ Habraken was een veelzijdig man. Bespeelde de klarinet bij de harmonie en speelde later toneel bij De Kersouwe. Ook schrijven ging hem goed af, wat blijkt uit het oorlogsdagboek dat hij schreef, helder en beeldend. Van beroep was hij botermaker, in dienst bij de melkfabriek ‘Onder Gods Zegen’. Deze stond op de plek waar nu de Jumbo staat. Wanneer hij het over de schuilkelder heeft, is het de kelder onder deze melkfabriek. In 1945 trouwde hij met Maria Kuijpers, in 1950 komt hij al te overlijden, slechts 37 jaren oud. Van huis en haard verdreven Persoonlijke lotgevallen in tijden van oorlog Vluchtende mensen, het is van alle tijden, alle volken. Angstig en onzeker de toekomst tegemoet. Verdriet om geliefden, blijdschap om elkaar weer te zien. Ook Heeswijk en Dinther werden er mee geconfronteerd. Nu zeventig jaar geleden, de sporen zijn nog niet uitgewist. Over toevluchtsoorden en schuilkelders, aangevuld met fragmenten uit het ‘Oorlogsdagboek 1944 - 1945’ opgetekend door Christ Habraken uit Dinther. tekst Rene van dre Pas fotografie Archief Melkfabriek ‘Onder Gods Zegen’ op de plek waar nu de Jumbo staat. d’n HaDeejer | 41 Dagboekfragment Christ Habraken, zondag 17 september ‘Om ongeveer half twee in de n.m. ben ik bij Maria. (Woonde toen met haar ouders waar nu kapsalon Koppig gevestigd is, red.) Nog steeds veel vliegtuigen op geringe hoogte vliegende, circa 300-400 m. Ter hoogte van het Heeswijks kasteel trekken er ook een grote serie voorbij. Opeens is het of de stukken van de vliegtuigen vallen. Maar wat is het geval…..? Een leger Amerikaanse Parachutisten daalen neer, een prachtig gezicht, van alle kleuren parachuten. De mensen die zich nog binnenshuis bevinden, komen naar buiten geloopen, zodat bijna alle mensen uit Dinther en Heeswijk het neerspringen van de Parachutisten zien. Schitterend, iedereen roept hoera de Tommies zijn er. Het waren honderden Parachutisten; zo iets had men nog nooit gezien. Ook in de richting St. Oedenrode springen de Parachutisten neer. De invasie is begonnen, de bevrijding nabij.’

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=