d'n Hadeejer augustus 2014

32 | d’n HaDeejer annie kluYtMans (89) “Ik woonde tijdens de oorlog bij een boer in Erp voor honderd gulden per jaar. Die man zat in het verzet. Na acht uur ’s avonds moesten we binnen zijn en alles donker maken op bevel van de Duitsers. Bij bombardementen gingen we ’s nachts de kelder in. Bij de bevrijding was het echt feest. Zo blij als de mensen waren. We hadden nog geen radio en televisie, je moest je toch zien te vermaken. Als de mensen eerder tevreden waren zou er minder oorlog zijn. Ik ben overal mee tevreden, ik kan nog veel en ben een blij mens. Mankeer van alles, maar daar moet je niet over praten, dan doet het alleen maar zeerder.” tinY van Der aa (68) “Als je onder dwang moet leven dat lijkt me verschrikkelijk. We mogen van geluk spreken dat wij in vrijheid en vrede mogen leven. Ik ben na de oorlog geboren, en we hebben het altijd goed gehad. Dat wij nu in zulke welvaart leven hebben we aan de vorige generatie te danken. Aan onze ouders. Die moeten nu juist inleveren met al die bezuinigingen, dat vind ik onterecht. Dan worden ze ook in hun vrijheid beknot. Mijn man Tiny is sinds mei op Laverhof. Hij heeft zijn vrijheid in moeten leveren. Door te schilderen kan ik mijn gedachten wat verzetten, ook ik ben nu minder vrij in mijn doen en laten. Maar dat heb het er graag voor over uit liefde voor mijn man.” Hans van Der pas (55) “Vrijheid is een van de belangrijkste dingen in het leven. Zonder vrijheid is er ook geen toekomst, kun je niets opbouwen. In een oorlog kun je zo alles weer verliezen. Iedere dag wordt je erop attent gemaakt op radio en televisie dat het zomaar mis kan lopen. Ik zeg nooit nooit, er lopen veel gekken rond op deze aardbol, maar dat het hier nog een oorlog uit zal breken, dat denk ik toch niet. Het gaat altijd om macht. Je moet je er ook niet al te druk om maken, dan heb je ook geen leven. Ik wens iedereen toe dat men zich bewust is van onze vrijheid. Dat is een voorwaarde voor een gelukkig leven.” Dorpspraat Zeventig jaar vrijheid, tekst Rene van de Pas fotografie Eefje Voets Op de romp van hun tanks is het teken van hun eenheid geschilderd: een rood vierkant met in het midden een witte cirkel en daarin het rode silhouet van een diertje met lange achterpoten en een nog langere staart. De samengestroomde Dinthenaren weten het nog niet, maar ze zijn zojuist bevrijd door ‘Desert Rats’- woestijnratten! Dat is de bijnaam voor de manschappen van een van de beroemdste Britse legereenheden, de 7th Armoured Division. De eenheid is in het begin van de oorlog, in 1940, in Egypte gestationeerd en krijgt tijdens het verblijf daar zijn illustere naam. Als onderdeel van Montgomery’s leger speelt de divisie in Noord-Afrika een belangrijke rol in de strijd tegen de Duitsers. Nadat die zich hebben overgegeven zetten de Woestijnratten de strijd voort in Italië, waar Napels wordt veroverd. Daarna keren ze terug naar Engeland, om in de namiddag van D-Day, 6 juni 1944, bij Arromanches in Normandië aan land te gaan. Daarna volgt deelname aan de moeizame strijd tegen de Duitsers, die daar de eerste weken plaatsvindt. Als het Duitse front is doorbroken, volgt de razendsnelle opmars door Frankrijk en België. Begin september besluit Montgomery om zijn favoriete divisie ook deel te laten nemen aan Operatie Market Garden. In het plan van Montgomery moet de eenheid aan de linkerflank van de ‘weg naar Arnhem’ oprukken, om de strook bevrijd gebied zo snel mogelijk te verbreden. Dat zal Duitse aanvallen op de opmarsroute bemoeilijken. Montgomery verwacht, dat de divisie in enkele dagen Veghel zal hebben bereikt. Het is rond het middaguur op 27 september 1944, als een paar grote tanks in het buitengebied van Dinther verschijnen. Als ze even later het dorp in rijden en stoppen, wagen een aantal inwoners het er op om contact te maken met de tankbemanningen. Het zijn Engelsen! Eindelijk, de bevrijders! tekst Jos Korsten fotografie Ingezonden Woestijnratten Pas op 22 oktober is HDL geen frontgebied meer

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=