d'n Hadeejer maart 2013

d’n HaDeejer | 19 In de familie… Houthandel Jacobs Toon: “Ik werkte als eerste mee in de zaak, hoewel ik de jongste van ons twee ben. In de avonduren volgde ik cursussen zoals administratie en verkooptechnieken. Frans volgde de MTS en ging daarna bij bouwbedrijf Van Strien & Van Uden werken. Bij de oudere lezer nog wel bekend.” Na zijn diensttijd, kwam ook Frans in de zaak werken. Toon werkte er toen al drie jaar. Omdat vader Wim ernstige rugklachten had, hoefde Toon niet in militaire dienst en kon hij zijn vader blijven helpen. Toon: “Dat vind ik achteraf helemaal niet erg. Mijn kameraden zaten wel in militaire dienst en hebben daar hun tijd verspeeld.” Crisistijd Begin jaren ‘80 namen Frans en Toon de zaak van hun vader over. Toen was het ook crisistijd en zaten veel mensen zonder werk. “Het voordeel daarvan was dat we de houthandel redelijk voordelig over konden nemen,” vertelt Toon. “Ons pap wilde met de VUT, maar daarvoor moest je werknemer zijn en geen werkgever. Toen hebben we ons pap als werknemer in dienst genomen en kon hij op z’n 60e met pensioen.” Wim bleef nog vele jaren hand- en spandiensten verrichten, maar stond niet meer op de loonlijst. Hij bleef heel betrokken. Toon woonde nog thuis, toen hij bij zijn vader ging werken. “Ons pap was ruimdenkend en gaf ons de ruimte om onszelf en het bedrijf anders te ontplooien dan hij had gedaan. Zijn wil was gelukkig geen wet. Vroeger deed mijn zus Mea nog de boekhouding en Frans hielp in de avonduren ook al mee. Piet Heerkens was toen ons enige personeelslid. Ik deed zelf de inkopen en rolde er zo gemakkelijk in. “ Vroeger kwamen er regelmatig chauffeurs uit het Oostblok hout halen. Vaak maar 20 kuub, terwijl dat nu 50 à 60 kuub is. Er werden dan oudere chauffeurs gestuurd, omdat de bazen daar bang waren dat de jongere niet terug zouden keren. “Die gasten stonden dan een dag of twee bij ons voor de deur, totdat ze weer een andere opdracht hadden. Ons moeder liet hen dan mee eten en ze mochten zich bij ons thuis opfrissen.” Ontwikkeling Toen Frans ook in de zaak begon, schaften de heren een computer aan. “Dat kon pa niet meer volgen, “ zegt Frans. “Wij pikten dat vanzelf op. We hebben geen cursussen gevolgd, maar weten de weg in de programma’s die we gebruiken.” Jacobs telt inmiddels zes vaste werknemers en een aantal zaterdagwerkers. Jacobs levert gecertificeerd hout (PEFC en FSC). Organisaties als Greenpeace houden daar controle op. Waar bomen gekapt worden, worden ook weer nieuwe geplant. Toon vertelt daarover: “Ik ben een half jaar op ‘werkbezoek’ in Zuid-Amerika geweest. Daar heb ik met eigen ogen gezien hoe de handel in die landen werkt.” Projecten, die de broers extra leuk vinden, zijn bijvoorbeeld die van een Belgische kunstenaar uit Schijndel, die het hout van Jacobs gebruikt in zijn kunstwerken, die over de hele wereld tentoongesteld worden. En anderhalf jaar geleden hebben ze het plafond van het AMEV hoofdkantoor in Eindhoven gefreesd. Daar werden geen recht-toe-recht-aan-balken gebruikt. Toon: ”Er zijn altijd wel dingen, die je anders zou doen. Groter of kleiner. Maar ik kan zo niks bedenken, waar we spijt van hebben. Nou ja, we hebben misschien wat te lang op een te kleine locatie gezeten.” Samenwerken Frans en Toon zeggen wel op elkaar te lijken qua gedrag, maar elkaar ook goed aan te vullen. Toon: “Ieder van ons pakte altijd al bepaalde taken op. Frans doet de boekhouding, helpt klanten, zit wel eens op de vrachtwagen en bewerkt het hout. Ik maak afspraken met de aannemerij en industrie en zit vaak achter de computer om die bestellingen te regelen. Vroeger deden we veel per fax, dat wordt steeds minder. Nu gaat 60 à 70 procent van de orders en facturen per email.” In 2009 verhuisden de heren met de houthandel naar De Morgenstond. Dat was de eerste verhuizing sinds 1960. “We waren eigenlijk al een jaar of tien eerder uit ons jasje gegroeid. Eerder was er geen leegstaande industriegrond in Heeswijk-Dinther beschikbaar. Toen Heesakkers Beton hier vertrok, kregen wij de kans deze grond te kopen. Die verhuizing was een mega-stap voor ons, maar deze locatie bevalt tot op heden uitstekend.” De laatste vier jaren is de houthandel, tegen de economische voorspellingen in, gegroeid. Volgens de eigenaren had dat te maken met de locatie, het aanbod en het klantgericht werken. “Kleine aannemers en ZZP’ers uit de omliggende dorpen komen hier graag terug. Wij zijn laagdrempelig; we buurten niet alleen over hout, ook over voetbal.” Toekomst Of het bedrijf in de familie blijft, is nog de vraag. “Ons doel is nu om de tent op dit niveau te blijven runnen. Bedrijven denken nu niet aan groei, maar maken een pas op de plaats. Ik verwacht wel dat er over een jaar of vier een groot tekort aan bouwvakkers is. Veel grote bedrijven moeten nu gedwongen krimpen. Dat geeft ons kansen als de bouw en de huizenmarkt straks weer aantrekken.” De heren blijven bij de tijd via diverse vertegenwoordigers, die hun bedrijf bezoeken. Zij komen vaak met nieuwe producten, die voldoen aan de normen die het ministerie bepaald heeft, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaam en energiezuinig bouwen. Er wordt tegenwoordig gewerkt met materialen uit de ruimtevaart. Daar zaten jarenlang patenten op, die inmiddels verlopen zijn. Daardoor zijn die technieken nu ook in de bouw toe te passen. Toon’s slogan is ‘Houd moed, hout moet’. Er wordt tegenwoordig beton en kunststof gebruikt, maar hout blijkt toch het meest duurzaam en veilig te zijn. Hout zal volgens de heren nooit uit het bouwproces verdwijnen. In april 1960 begon Wim Jacobs, vader van Frans (58) en Toon (52), aan de Heibloemsedijk met de handel in sloophout. Door de groeiende vraag naar nieuw hout, werd de vraag naar sloophout steeds minder. In 1981 namen de broers de zaak van hun vader over en breidden hun aanbod uit naar allerhande bouwmaterialen. tekst Noortje van Schijndel fotografie Jacques Worms

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=