d'n Hadeejer oktober 2012

“Wandelen is te voet gaan voor het plezier of de sport,” volgens Wikipedia. Dat is het voor de leden van dit clubje zeker ook. Op vrijdagavond bellen ze elkaar. “Komt het morgen uit?” En als dat zo is, dan wordt er zaterdagmorgen gelopen. Naar het weer wordt niet gekeken. Regen of ontij weerhouden hen niet om de wandelschoenen aan te trekken. En als er eens een keertje eentje niet kan, dan wandelen ze toch gewoon gezellig met z’n tweeën. Vroeg ‘s Morgens vroeg wandelen heet volgens het van Dale synoniemenboek “dauwtrappen”. Daar lijkt het dan nog het meeste op. “Want,” zegt Anke, “als de reguliere zaterdag begint met sporten voor de kinderen of boodschappen doen, dan zit onze wandeling er al op.” Soms vertrekken ze in de zomer al om 6.30 uur. In de winter natuurlijk later, want in het donker zie je te weinig. En afhankelijk van de tijd die ieder heeft en de planning van die dag lopen ze dan zo’n 1,5 tot 3 uur door de HaDeese dreven. Bovenaan dit stukje ziet u achter de naam van de wandelaarsters getallen staan. Doen die getallen misschien hun leeftijd vermoeden, dat is geenszins het geval: het zijn het aantal jaren dat de dames in HaDee wonen. En als allochtoon (wat heet allochtoon na 40 jaar) onderzoeken zij al wandelend onze dorpen. Maar als hierboven staat dat ze telkens nieuwe plekjes ontdekken (de voornaamste reden waarom wij zo geïnteresseerd waren), dan moeten wij u teleurstellen. Het zijn geheel nieuwe plekjes voor de dames, niet voor de Heeswijk-Dinthernaren, die al in hun vroege jeugd door de beemden struinden en daar al op jonge leeftijd hun kattenkwaad uithaalden. integratie Volgens Babs Grefkens is de dorpen leren kennen ook een vorm van integratie. Op deze manier integreren ze in de HaDeese gemeenschap. Want op die manier kennen ze de dorpen misschien beter dan sommige geboren HaDee’ers. "Maar", lachen ze: “Er zijn ook nog andere vormen van integratie.” De integratie van jong en oud (er is nogal een behoorlijk leeftijdsverschil in de groep), de integratie van Heeswijk en Dinther (2 dames wonen in Heeswijk, 1 in Dinther) en de integratie in de natuur, want Anke weet veel van bloemen, planten en dieren. “Ze wijst ons op de bijzondere dingen,” zegt Babs. plekjes Wat hebben ze in de loop der tijd zoal ‘ontdekt’? Ze noemen de omgeving van het Kasteel, de Klotbeek, verschillende routes langs de Aa, diverse paden langs de Leygraaf, het bos van Toine van der Heijden (13 hectare). Ze lopen ook niet op begane wegen en betreden paden. Ze bedenken meestal ter plekke waar ze naar toe zullen gaan, houden dan de kerktoren van Heeswijk of Dinther in de gaten als terugkeerpunt en deinzen niet terug voor nat gras, onkruid en modder. “Het leuke is ook,” zegt Monique, “dat je door zo aan de buitengrens van de dorpen te lopen, telkens een andere kijk op het dorp zelf krijgt. Je kijkt dan meer als een buitenstaander.” Waar ze het in ieder geval alle drie roerend over eens zijn: ze wonen in een prachtig dorp! Tekst: Bart van Schijndel Foto’s: Lianne Gabriëls ...Aldus de beginregel van een beroemd Duits gedicht. Maar in HaDee geldt dat niet alleen voor de Müller. Babs Grefkens (40), Anke van Leeuwen (12) en Monique Boskamp (7) wandelen (bijna) elke week. En al wandelend onderzoeken zij Heeswijk en Dinther. Nu is wandelende dames niet een verschijnsel waar deHaDeejer onmiddellijk op af gaat. Dat verschijnsel komt wel meer voor. Maar toen we uit welingelichte bron vernamen dat de dames regelmatig plekjes in onze dorpen ontdekten, die tot dusver onbekend waren, was onze nieuwsgierigheid gewekt. Dus op de vroege zaterdagmorgen toog uw reportageteam op pad om dit fenomeen aan een nader onderzoek te onderwerpen. ‘Wij doen aan een belangrijke vorm van integratie’ Das Wandern ist des müllers lust... ... en deinzen niet terug voor nat gras, onkruid en modder. 25 | oktober 2012

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=