d'n Hadeejer maart 2012

Bij persoonslijsten uit de 19e eeuw, bijvoorbeeld die van 1840, staan bij een bepaald adres gezinnen vermeld. vaak staan daar dan “vreemde” namen bij van mensen die niet tot het gezin behoren. Meestal staat daar dan “meid” of “knecht” achter. Maar soms staat er niets bij. en het opvallende is dat die personen waar niets bij vermeld staat allemaal van oudere leeftijd zijn. Tekst: Bart van Schijndel De Wojstap Kroniek De WoJstap kroniek is het tljDschriFt voor historische pUBlicaties over Dinther, heesWljk en loosBroek van De heeMkUnDekring De WoJstap. Dit artikel verscheen eerder in dat tijdschrift als Een contract van huisvesting, Jan van der leest, Wojstap kroniek, 20e jaargang, 2000, nummer 3, pag. 32. In het verleden kwam het meermalen voor dat personen voor een bepaald geldbedrag bij andere mensen, vaak vreemden, werden ondergebracht. Dat gebeurde bijvoorbeeld met mensen die door “den Armen” moesten worden onderhouden. De gemeente was verantwoordelijk en bracht die mensen, tegen betaling, onder bij particulieren, vaak boeren. Bij opbod (of beter gezegd bij afslag, want wie zo’n persoon voor het minste geld onderdak wilde bieden werd zijn of haar “kosthuis”) werd zo’n persoon dan als het ware geveild. Ook mensen zonder familie die niet meer zelfstandig konden wonen, hadden vroeger vaak geen andere keus. Soms werd zo’n overeenkomst ook onderling geregeld. In 1869 kwamen Gerardus Vervoort en Antonie Vos met elkaar zo’n contract van huisvesting overeen. Vermoedelijk was er tussen beide personen een familierelatie. Gerardus was namelijk getrouwd met Maria Vos. Zij woonden aan de Dorpsstraat 23 te Loosbroek. Gerardus beloofde het volgende: 1. Antonie Vos gedurende diens leven van behoorlijke huisvesting, voeding en fatsoenlijke kleding te voorzien; 2. Hem elke zondagmorgen de som van vijfentwintig centen ter hand te zullen stellen; 3. Hem de nodige tabak en pijpen te zullen verschaffen. Hij zou dit doen tot de dag van het overlijden van Antonie en mocht Gerardus eerder overlijden dan Antonie, dan waren zijn erfgenamen verplicht diens beloften over te nemen en uit te voeren. Als tegenprestatie moest Antonie Vos beloven dat hij zijn testament, dat hij door notaris Masman had laten maken, nooit zou herroepen of veranderen zolang Gerardus zich aan de afspraak hield. Mocht Vos gegronde redenen hebben om dit toch te doen, dan moest hij al het geld dat reeds aan hem uitgegeven was, terugbetalen. Daarnaast gaf Antonie al zijn onroerende goederen aan Vervoort in gebruik om deze te bemesten, te beplanten en te verbeteren. Wanneer het contract verbroken zou worden, dan zou Vos ze terstond weer in eigen beheer terugkrijgen. De akte werd ondertekend door beide personen, met dien verstande dat Antonie Vos een kruisje zette in plaats van zijn naam. Getuigen waren A. Kerkhof en J. v.d. Zanden. Iedereen die geïnteresseerd is in dit onderwerp kan meer informatie vinden in de Heemkamer van HKK De Wojstap Zorg voor ouderen, maar dan anders ... 15 | maart 2012

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=