d'n Hadeejer januari 2008

“Reizen is fantastisch, verhuizen is uitgesloten, thuis is hier.” Gegrepen door E.G.O. Marcel ging naar de PABO en werd eind 80er jaren van de vorige eeuw onderwijzer aan basisschool Uilenspiegel in Boekel. Nu was er een 15-tal jaren daarvoor in België, aan de universiteit van Leuven, door professor Ferre Laevers een nieuwe onderwijstheorie ontwikkeld: E.G.O., oftewel ErvaringsGericht Onderwijs. Dit is een vorm van onderwijs, waarbij uitgegaan wordt van wat er in kinderen omgaat, hun eigen ervaringen. Van daaruit worden kinderen betrokken bij het onderwijs en bij wat ze moeten doen. Een aantal factoren bevorderen deze betrokkenheid: sfeer en relatie: kinderen moeten zich veilig en geaccepteerd voelen; aanpassing aan het niveau: kinderen moet worden uitgedaagd door wat ze moeten doen; werkelijkheid centraal: alle activiteiten moeten iets te maken hebben met het leven en de beleving van kinderen; activiteit: kinderen kunnen niet lang luisteren, ze moeten bezig zijn. Daar leren ze van; vrij initiatief: kinderen moeten keuzemogelijkheden hebben om hun eigen ontwikkeling te kunnen volgen. Marcel verdiepte zich in deze opvattingen, die tot die tijd alleen werden toegepast in enkele kleuterscholen. Hij vroeg en kreeg de ruimte om voor de hele basisschool in Boekel deze principes toe te passen en in te voeren. Zo werd de Uilenspiegel de eerste E.G.O.-basisschool in Nederland. “Kinderen moeten zich goed kunnen voelen. Daar dient de hele school van doortrokken te zijn. Dan komt het leren vanzelf.” Succes Door zijn theoretische kennis en zijn praktische succesvolle ervaringen in Boekel werd Marcel steeds meer gevraagd voor lezingen, studiedagen, workshops e.d. Dat leidde uiteindelijk tot zijn benoeming aan het Expertisecentrum E.G.O., een samenwerkingsverband tussen Fontys (een Nederlandse groep HBO-scholen met o.a. 7 PABO’s) en de Universiteit van Leuven. Daar houdt hij zich bezig met de 4 O’s: Ondersteunen (van E.G.O.-scholen of scholen die plannen in die richting hebben); Opleiden (van leerkrachten en begeleiders); Onderzoek (naar een concept voor levenslang leren met als kernbegrippen: welbevinden, betrokkenheid en verbondenheid); Ontwikkeling (van materialen, ideeën, theorieën). Daarnaast is hij hoofdredacteur van het onderwijstijdschrift Egoscoop. Hij is nog voor 1 dag per week betrokken bij zijn oude basisschool in Boekel als teambegeleider. Samen met professor Luc Stevens heeft hij het NIVOZ (= Nederlands Instituut Voor Onderwijs en opvoedingsZaken) opgericht. Dit is een soort Clingendael voor het Onderwijs en gevestigd in Driebergen. De laatste loot aan de stam is het Centrum voor Duurzaam Opvoeden. Via dit centrum dient duurzaamheid een vaste en juiste plek in het onderwijs te krijgen. Al deze activiteiten spelen zich niet alleen in Nederland af. Ook internationaal blaast Marcel een stevig partijtje mee. Zweden, Japan, de Antillen zijn o.a. plekken waar via congressen en uitwisselingen van leerkrachten de ideeën worden uitgedragen. Vandaar dat hij ook met enige regelmaat in verre oorden te vinden is. Tijd voor andere dingen Zoals meestal met mensen die het erg druk hebben met hun werk, heeft Marcel nog mogelijkheden voor vele nevenactiviteiten. Hij fotografeert fanatiek, hij schrijft veel (gedichten, een roman, teksten, cabaret), hij doet RUR met bekende HaDeejers in de Zwaan, doet aan cabaret en is altijd bereid om samen met andere “mafkezen” in of vanuit HaDee iets te ondernemen. Dat moet dan wel vanuit “de roots” iets te maken hebben met deze gemeenschap en daar een zinnige bijdrage aan leveren. Betrokkenheid met de Bernhezer Kunstkring en de Stichting 13 hectaren zijn dan even vanzelfsprekend als interesse voor De Kersouwe. Dat het schrijven eigenlijk, meer is dan een nevenactiviteit blijkt wel uit de volgende lijst: En dan hebben we het nog niet gehad over de lange lijst van boeken, columns en artikelen over het onderwijs. (zie www.ervaringsgerichtonderwijs.nl en www.marcelvanherpen.nl). Het werk en het leven In zijn werk houdt Marcel zich bezig met opvoeden van kinderen, althans aan het leveren van een bijdrage aan de kwaliteit van die opvoeding. Des te wranger en verdrietiger is het daarom dat de twee kinderen van Marcel en zijn vrouw Marga doodgeboren zijn. Dat heeft hun leven zeer sterk beïnvloed en bepaald. Het verdriet en het gemis zijn diep, maar persoonlijk. In zijn werk heeft het echter ook een plaats gekregen. Marcel heeft geleerd dat de mens het leven (letterlijk en figuurlijk) niet zelf in handen heeft. Je kunt het leven beïnvloeden en je kunt maximaal je best doen om het een goede wending te geven. Maar erover beschikken kun je niet. En voor wat het onderwijs betreft ziet Marcel het als zijn taak (en ook als het hoogst haalbare) om de inzichten die hij heeft verworven over te brengen en daarmee aan anderen duidelijk te maken hoe het ook kan in het onderwijs. Wat ze ermee doen is aan hen. Ook hier kun je alleen beïnvloeden, niet beschikken. BvS. 19 1987 fotopoëzie: “De Duivenmelker” 1990 poëzie: “Nachtelijke poëzie in een overvolle badkamer” 1994 poëzie: “Onvervuld verlangen” 1995 fotopoëzie: “Bernheze Verbeeld” samen met M. Bosch, C. Geenen en W. Roefs 2003 fotopoëzie: “Oog in oog” 2001 prentenboek: “Timo’s wereldwonder” 2002 prentenboek: “Timo’s Tentoonstelling” 2000 roman: “Ontfutseling” Uitgeverij Esstede. 2004 poëzie: “Zeven”

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=