d'n Hadeejer april 2007

mocht er geen abt meer gekozen worden, noch zielzorgers worden benoemd. De discussie werd gevoerd op het scherp van de snede waarbij de victorie aan de abdij toekwam met steun van de in 1813 aangetreden koning Willem I. Na het overlijden van Van Alphen erkende paus Gregorius XVI in 1832 wèl het kerkrechtelijk bestaan van de abdij. Vanaf die tijd kon er weer aan de opleiding van de norbertijnen gewerkt worden, en wel op het groot-seminarie in Haarlem. ‘Pastorieke’ De 48-jarige Berlicumse pastoor Gerardus Neefs werd in 1842 tot abt benoemd waarna hij in 1857 in het Slotje in Heeswijk ging wonen. In de tussentijd had de pastoor-abt hieraan al de nodige aandacht geschonken. Dit bleek uit een door hem bijgehouden kasboek waarin melding werd gemaakt van het aankopen van heidegronden in 1847 in Heeswijk. Ook kwamen er posten in voor betreffende de opleiding van jonge priesters die studeerden aan het Bossche groot-seminarie. Omdat aartsbisschop Johannes Zwijsen erop aandrong om in Heeswijk opnieuw met een kloosterleven te beginnen, maakte abt Neefs in juni 1857 hiermee een begin. Dit gebeurde samen met de kapelaan van Heeswijk en drie andere conventsleden. Vrijwel direct daarop begon de prelaat ook met de bouw van een klein klooster, het ‘pastorieke’ vlak naast, maar los van het Slotje. Ook liet hij zich door de abt van het Belgische Tongerlo informeren over de discipline in het klooster. Een hiervan bewaard programma geeft hierover opheldering. Indringende voorschriften waarbij we ons nu nauwelijks nog iets kunnen voorstellen. De dagindeling stond geheel in het teken van gebed en studie. Om half vier ’s ochtends was het réveil en ’s avonds om acht uur ging men naar bed met tussendoor een enkele maaltijd en slechts anderhalf uur recreatie. Na het overlijden van abt Neefs werkten zijn opvolgers verder aan het herstel van het kloosterleven en de uitbreiding van de abdijgebouwen. Onder het beleid van abt Adrianus Manni werden de voorschriften vastgesteld over de levenswijze van de pastoors en kapelaans. Daarnaast werd het kloosterslot ingevoerd dat inhield dat vrouwen (dienstboden) in bepaalde gedeelten van het abdijgebouw geen toegang meer hadden. Deze kregen onderdak in een bij de abdij behorende boerderij. Opvolger abt Andreas van Laarhoven nam de uitbreiding van de gebouwen met drie pandgangen onder handen. Hierdoor moesten de grachten om het Slotje worden gedempt en dit werd met het klooster door een poortgebouw verbonden. De abdijkerk werd rond 1880 gebouwd onder het abbatiaat van Adrianus Ceelen. Hierdoor kreeg het kloostercomplex een behoorlijke omvang. Parallel aan de groei vermeerderde in die periode ook het aantal abdijbewoners tot 25. Nieuw was dat er ook lekenbroeders hun intrede deden, de eerste in 1862. Gerlacus van den Elsen Een van de norbertijnen was Gerlacus van den Elsen. Een ondernemende man die gaandeweg met anderen probeerde zich van Rome los te weken en nauwere contacten met de generale orde te krijgen. De paus was hier aanvankelijk tegen gekant, maar de hereniging werd niettemin in juni 1886 een feit. Verder nam Van den Elsen het initiatief om al in hetzelfde jaar een eigen priestercollege te stichten dat zes jaren later de eerste kandidaten afleverde. Dit zou decennia later overgaan in het huidige gymnasium ‘Bernrode’. Daarnaast stond hij aan de wieg van de stichting van missiegebieden in andere continenten. Zijn laatste wapenfeit was dat hij mede-oprichter was van de Noord-Brabantsche Christelijke Boerenbond. RM (in de volgende HaDeejer het laatste deel in deze serie over de Abdij) Diana van Herpen (36) Nee, ik heb die dagen al vaak van heel dichtbij meegemaakt. Ik heb 9 jaar in het leger gezeten en ik heb Beatrix toen al zo vaak gezien. Ik was eigenlijk vrachtwagenchauffeur maar met koninginnedag was ik Vipchauffeur. Ik moest dan rondrijden met officieren die ook bij het gevolg hoorden. Norbert van der Pas (62) Nee, koningin Beatrix komt ook niet bij mij. Ik heb niks tegen haar, trouwens tegen niemand van dat soort mensen, zij hebben ook niets over zichzelf te zeggen. Ik vind wel dat koninginnedag moet blijven,we moeten een koninkrijk blijven en geen republiek worden. Ik hang de vlag ook uit en steun Connie Juin als ze langs komt voor het oranjecomité, die mensen verzetten veel werk. Piet Heerkens (55) Nee, ik denk het niet want dat is mijn vrije dag. Dan blijf ik mooi hier en ga ik ´s middag wat hardlopen. Ik geef niet zoveel om koninginnedag, we hebben dan wel een vrije dag maar die moeten we op zaterdag toch weer inhalen. Ik vier hem ook niet meer, vroeger toen de kinderen nog klein waren wel. AJ t koningin Beatrix op koninginnedag naar Den Bosch, reden om er naar toe te gaan of niet? Het “pastorieke’, gebouwd door abt Neefs in 1857 23

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=