d'n Hadeejer september 2006

19 schappelijke Dienstverlening kwam hij als sociaal ambtenaar terecht in Nijmegen, met een functie in de regio. 1974 – 1995: Vanaf 1974 vond hij uiteindelijk zijn definitieve stek in Den Bosch. Hij werd benoemd tot sociaal raadsman en kreeg de opdracht om het Bureau Sociale Raadslieden op te zetten. Daar heeft hij ruim twintig jaar zijn beste krachten gegeven en was hij de raadsman voor ontzettend veel mensen, die op een of andere manier niet uit de voeten konden met het ambtelijk apparaat, met de regels en voorschriften van de overheid en vermalen dreigden te worden in de ambtelijke molens. 1995 – 2006: Toen hij na 21 jaar weg ging draaide het bureau volop en kon hij zich met een gerust hart storten op andere werkzaamheden. Hij werd door de gemeente Den Bosch vanwege zijn veelzijdige ervaring en bewezen bestuurskwaliteiten gevraagd om verschillende “klussen” op te knappen. De grootste en langdurigste klus was de inrichting van het CWI in Den Bosch. Dat was toendertijd een van de tien pilots in Nederland, waaruit lering moest worden getrokken om door het hele land CWI’s op te richten. Toen het CWI rond was, heeft hij de laatste vijf jaar verschillende projecten gedaan voor het Ministerie van Justitie. En zodoende was dat zijn laatste baas. Lopend vuurtje Was hij in Den Bosch en omstreken een bekende figuur vanwege zijn werk daar, in Heeswijk-Dinther merkten ze daar natuurlijk weinig of niets van. Maar dat zou snel veranderen. In 1971 besloot Merlijn om een afdeling van de PvdA op te richten in HaDee. Vanaf dat moment kreeg hij ook bekendheid in het dorp. Hij zat in de fractie van de PvdA, die de plaatselijke politiek nauwgezet volgde, hij was oprichter van een NVVafdeling in HaDee bij de fusie van FNV en NKV, hij werd redacteur van het roemruchte Lopend Vuurtje, het afdelingsblad van de PvdA, dat bijna elk nummer zorgde voor opwinding onder de plaatselijke politici, hij zat 4 jaar in de raad voor de PvdA, hij zette het ombudswerk op in HaDee, was voorzitter van de ABVA-KABO. Gevraagd naar zijn leukste herinnering uit de tijd dat hij politiek actief was: “De beste herinnering heb ik aan de drie volle bussen die we in HaDee bij elkaar kregen om te gaan protesteren tegen de kruisraketten in Den Haag.” Tricolore Triste In 1987 verscheen er eind april op het marktplein van Heeswijk-Dinther tot ieders verbazing een grote tent. Een week lang organiseerde de Stichting 1 mei daar een culturele happening van jewelste. De kern van het culturele gebeuren waren de voorstellingen van de Internationale Nieuwe Scène (INS) uit Antwerpen, met de wereldpremière van “Tricolore Triste”. En de motor achter dit alles was weer Merlijn. Want behalve zijn belangstelling voor het welzijn van mensen en de bijdrage die de politiek daaraan kan leveren, heeft hij ook een grote belangstelling voor kunst en cultuur. Al in zijn Nijmeegse tijd in het begin van de jaren zeventig was hij belast met de uitvoering van de Beeldende Kunstenaars Regeling (BKR). Aandacht trokken vooral zijn bemoeienissen met de INS. Voor dit gezelschap organiseerde hij meerdere malen een tournee in Nederland met voorstellingen en try-outs in Uden, Den Bosch, Vught, ja zelfs tot Groningen en Alkmaar toe. Fazanten In 1976 kochten Merlijn en Marianne 5 goudfazanten voor f. 7,-- bij Piet van Schijndel, de brugwachter. Een paar jaar later ontdekten ze dat een broeder van de abdij meerdere soorten fazanten had en daar werd het begin gemaakt van de huidige collectie. In de loop van 30 jaar zijn die paar fazanten uitgegroeid tot een van de grootste en mooiste collecties van Europa. Van heinde en verre komen de liefhebbers naar de Stoppelveldseweg om daar fazanten te bekijken en te kopen: uit Frankrijk, Duitsland, België, Engeland,Tsjechië tot Turkije toe. Merlijn is ook bestuurslid van de World Pheasants Association (WPA), een vereniging die op de eerste plaats op een wetenschappelijke manier fazanten bekijkt en die daarnaast vooral uit is op bescherming van de bedreigde soorten. Voor de WPA vliegt Merlijn Europa door en houdt hij lezingen en workshops in Duitsland, Frankrijk, Engeland en Portugal. Uiteindelijk zijn de activiteiten in politiek, cultuur en het houden van vogels in elkaar gevloeid in de huidige fazanterie. Uit de politiek dateert nog de Rooie Hoeve en kunst en vogels worden bij elkaar gebracht doordat de grootste Europese verzameling van fazanten wordt gecombineerd met ruim 100 beelden in de tuin en schilderijen in de galerie. Op de vraag wat hij in de toekomst zou willen, zegt Merlijn: “Ik zou in de toekomst een niet commercieel, maar wel professioneel en zichzelf bedruipend vogelpark willen dat voor iedereen gemakkelijk toegankelijk is. Het moet natuurlijk zijn, gebaseerd op fazanten en gecombineerd met kunst.Het moet samen gerund worden met vrijwilligers, zodat je mensen en hobby’s bij elkaar kunt brengen. En het moet nog uitgebreid worden met educatieve projecten, zoals nu de vlinderwei is.”Voor zichzelf en Marianne ziet hij daarmee een plezierige en nuttige levensvervulling gestalte krijgen. En wat hij zelf nog wil? “Het ultieme fazantenboek schrijven!” Zo delen Merlijn en Marianne van den Wittenboer dan hun hobby’s en kennis met duizenden die daar in dat kleine paradijsje kunnen komen genieten van natuur, vogels, kunst en rust. Het lijkt wel of de toekomstdroom al verwezenlijkt is! BvS

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=