d'n Hadeejer november 2006

11 “Inpakken en wegwezen”, dat is de titel van het nieuwe stuk dat Kantlijn dit jaar voor het voetlicht brengt. Het is de titel van het stuk van dit jaar, maar zeker niet het motto van deze jubilerende toneelvereniging. Want in het gesprek dat ik mocht hebben met Mariëtte van der Pas – Jacobs en mede-oprichter Rini van Esch wordt bij herhaling benadrukt dat Kantlijn meer is dan een toneelvereniging, die 20 jaar bestaat. Het is ook een vriendenclub, waar toneelspelen, grimeren, decorbouwen, techniek, licht en geluid, kostuums, PR en sponsorwerving even belangrijk zijn. Dat is de kracht van Kantlijn en daarom neemt de club een belangrijke plaats in binnen het Heeswijkse verenigingsleven, aldus Mariette en Rini. In de tachtiger jaren bestond er in en rondom de jongerensoos Ons Dorp een toneelclubje, waar onder andere Mano van Venrooij in zat. Ze hadden bij De Kersouwe gespeeld in de zomer en hadden nu een paar voorstellingen in de winter gedaan, maar met beperkt succes. Ze wilden een grotere locatie, meer publiek en wilden meer in de openbaarheid treden. Daarvoor konden ze terecht in de zaal van Jan van Erp aan de Abdijstraat. In 1987 hadden ze daar hun eerste voorstelling, zodat ze dit jaar hun twintigste stuk kunnen verwelkomen. De drie oprichters waren Mano van Venrooij, Rini van Esch en René van der Pas. De eerste twee zijn nog steeds actieve leden van de club en vieren dus samen met de vereniging een jubileum, omdat ze (als enigen) vanaf de oprichting lid zijn. De naam is ontstaan omdat de regisseur van het toneelgroepje bij Ons Dorp, Marianne Oosterveld, steeds zei als iemand een voorstel had of een opmerking maakte waar op dat moment even geen aandacht aan besteed kon worden: “Zet dat maar in de kantlijn”. Groei en bloei Na een simpel begin groeide de club uit. Op dit moment zijn er eigenlijk twee clubs binnen één vereniging: de groep die voor volwassenen speelt en de groep die voor kinderen speelt. Aanvankelijk speelde de volwassenen ook voor kinderen (dat hebben ze 12 jaar lang gedaan), maar de laatste jaren worden de stukken voor kinderen ook mede door kinderen gespeeld (sinds 1999, dit jaar dus voor de achtste keer). Deze jeugdspelers vormen meteen de kweekvijver voor de toekomst. De totale vereniging telt op dit moment 54 leden, waarvan er ongeveer 15 daadwerkelijk op het toneel staan in het “grote” stuk en er tien jeugdspelers zijn. De rest is er verantwoordelijk voor dat de anderen kunnen spelen en verzorgen met zijn allen alles om een voorstelling heen. Het verloop is niet groot. Bij het onderzoek naar alle oud-spelers en medewerkers in het kader van een reünie kwam men tot 74 mensen in totaal in 20 jaar, waarvan er nu dus nog 54 lid zijn. Gemiddeld dus een verloop van één per jaar. Dat zegt voldoende over de sfeer. De vereniging kenmerkt zich door kleinschaligheid en betrokkenheid van de leden bij alles wat er gebeurt. Men doet alles zelf en dus vormen grime, decorbouw, licht en geluid (en niet te vergeten de muziek bij de kindervoorstellingen door het eigen orkestje), een belangrijk onderdeel van de werkzaamheden. En men is zich zeer bewust dat zonder al die betrokkenheid de spelers ook niet zouden kunnen spelen. Een ander kenmerk is dat het seizoen kort en krachtig is: in augustus beginnen, in december voorstellingen, 16 tot 18 intensieve repetities en daarmee basta. Op die manier is het voor iedereen goed te doen. En degenen die het hele jaar wel willen spelen, kunnen altijd bij De Kersouwe terecht. Zijn er mensen tekort? Nee, eigenlijk niet. “Maar,” zegt Mariëtte, “mannelijke spelers kunnen we eigenlijk altijd wel gebruiken.” Een ‘supergezellig vriendenteam’ dat ook toneel speelt Toneelvereniging Kantlijn viert twintig-jarig bestaan met ‘Inpakken en wegwezen’ De spelersgroep van ‘ Kantlijn anno 2006’.

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=