d'n Hadeejer juli 2006

21 Hans Verbaan (50) Ja natuurlijk en ik ga ook zeker kijken, samen met mijn schoonbroers. Mijn schoonvader (Theo Verkaar) was samen met de baron een van de oprichters van het vernieuwde gilde van Heeswijk. Ik wil niet te hoog opgeven over tradities maar ik vind het in stand houden van wat folklore prima, er wordt al zoveel weggegooid. Wendy (41) en Jantje(9) Strik Ja, dat is het Europese Gilde treffen, dat lijkt me wel leuk en ik ga zeker wel kijken. Ik ben een echt optochtenmens. Het gilde heeft een beetje een komische uitstraling maar ik vind het vooral heel erg kleurrijk, ze moeten wel wat vrolijker kijken. Ik vind het wel gemakkelijk dat het hier te doen is, overal op de fiets naar toe en zo zetten we Heeswijk én Dinther op de kaart. Fransje Tax (52) Nee daar heb ik nog niets van gehoord, dat komt denk ik omdat het me helemaal niks interesseert. Het kan best mooi zijn maar ik houd niet zo van dat soort folkloristische activiteiten alhoewel ik vendelzwaaien toch wel een leuk onderdeel vind. Dat deden ze ook altijd in de St. Jan in de meimaand, misschien ga ik toch nog wel even kijken. AJ tterstreffen, weet u wat het is en wat vindt u ervan? De middenstand In het begin van de twintigste eeuw bestond de industriële middenstand uit een stoelenmaker, enkele houtbewerkers, klompenmakers, timmerlieden, schoenmakers, smeden, drie bakkers, drie slagers en twee molenaars. Sommige van hen voerden bij hun nering een winkel en herberg. Ook stukadoors verdienden er de kost, net als metselaars, strodekkers, huisschilder, kleermaker en huisnaaisters. Geen van allen volgde hiervoor een opleiding, slechts lager onderwijs tot de leeftijd van twaalf/dertien jaar of korter stond er op hun c.v... De meesten hadden het vak geleerd van hun vader of als knecht bij een andere baas. Daarnaast was er de handeldrijvende middenstand, bestaande uit een graanhandel, zeven handelaars in koloniale- (koffie, suiker, thee) en kruidenierswaren en vier manufacturen (stoffenzaken). De opleiding hiervoor werd eveneens verkregen door lager onderwijs en praktijk. De middenstandhandel deed het echter veel minder goed dan de graanhandel waarvan de mais en rogge in Rotterdam of Antwerpen werd aangekocht en doorverhandeld aan bakkers en boeren in Heeswijk. De omzet hiervan werd geschat op plusminus 1600 last (oorspronkelijke maat: 1 last = 30 hectoliter). Geen fleurige situatie Uit het verslag, door Kamer van Koophandel of overheid opgesteld, kwam de conclusie naar voren dat uitgezonderd graanhandel en houtbewerking, de middenstand in een verre van fleurige toestand verkeerde. Reden hiervoor was een minimaal afzetgebied en het feit dat de boeren veelal alles zelf deden, zoals het maken van eigen kleding, het zelf broodbakken, het zelf slachten, et cetera. Bovendien kochten de beter gesitueerden en veel boeren hun spullen op de markt in Den Bosch die ze met de tram bezochten.De manufacturenhandel had daarnaast nog veel concurrentie van venters langs de deur die ook nog aan ruilhandel deden: waren tegen eieren. De mensen moesten hard werken om het hoofd boven water te houden. Van sparen was geen sprake en hoewel er geen directe armoede bestond, was tegenspoed of ziekte zeer onwelkom. Bij de gemeente viel er niets te halen, bij de kerk nog enigszins. De kwijnende toestand werd vooral toegeschreven aan het gebrek aan vakopleiding, te weinig kapitaal, geen investering in betere werktuigen, een slechte administratie en onvoldoende handelskennis. Als eindconclusie werd gesteld dat een verbeterde voorlichting en opleiding, samenwerking en goed kredietadvies een aanzienlijke verbetering in Heeswijk zou kunnen optreden. En volgens scribent is er in een eeuw tijd danig wat veranderd want Heeswijk maakt nu een aanzienlijk welvarender indruk! RM De stoomtram die vanaf 1883 door Heeswijk loopt. De kerk van Heeswijk zoals die er oorspronkelijk uitzag.

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=