d'n Hadeejer december 2004

De zusters van JMJ en hun werk in Cunera en De Bongerd In de afgelopen drie afleveringen in D'n HaDeejer stond het werk in het onderwijs door de Heeswijl<se zusters cen– traal. Nu is het de beurt aan de verpleging en verzorging waarvoor de zusters de kiem legden. De aanzet hiertoe werd gegeven in 191 1 toen het bestaande Cuneraldooster werd uitgebreid met een boerderij met daarin woon- en slaapvertrekken voor vier oude mannen. Ook het woonhuis van de zusters werd vergroot om ruimte te bieden aan oude en zieke zusters. Dertien jaar later werd het gehele gebouw gemoderniseerd en van meer comfort voorzien. In de jaren dertig van de twintigste eeuw sloeg de ziekte t uber– culose toe. Ten behoeve van de behandeling van de voor die tijd gevaarlijke en besmettelijke ziekte werd voor de zusters beho– rend tot de congregatie van JMJ in 1935 het Hermanapaviljoen gebouwd. De naam verwijst naar de in 1934 overleden en in Heeswijk begraven mère Hermana Damen . Het paviljoen met daarin diverse moderne faciliteiten als dokterskwartier, onder– zoekskamer, röntgenkamer en wachtkamer werd gebouwd op de weidegronden van de door de zusters gerunde boerderij die afge– broken werd. Een grapje hierover van de plaatselijke bevolking deed al snel de ronde: De zusters houwen geen koeien meer, ze houwen voort zusters. In het Hermanapaviljoen was plaats voor ongeveer veertig tuberculosepatienten die bij weer en wind buiten op open rustbedden lagen. Ze werden daar verpleegd door hun medezusters waarvan enkelen zelf ook nog een besmetting van de gevreesde ziekte opliepen. In de jaren zestig, toen de tuber– culose was teruggedrongen, werd dit paviljoen geprofessiona– liseerd en omgedoopt in Verpleeghuis Cunera. Categoraal Verpleeghuis Cunera en De Bongerd die thans in één adem worden genoemd, zijn begonnen als twee afzonderlijke instituten. Het Verpleeghuis Cunera ging op 15 september 1967 officieel van start. Dit zoge– naamde 'categoraal verpleeghuis' was oorspronkelijk bedoeld voor verpleging van hulpbehoevende religieuzen van JMJ . In later jaren vonden ook andere religieuzen , plaatselijke inwoners en de naaste omgeving hier onderdak. Vanaf 1968 deed de eerste ver– pleeghuisarts in de persoon van mevrouw A. Wijtvliet haar intrede. Op 5 juni 1969 werd Cunera met als directrice zr. Werenfridus Derksen officieel aangeduid als 'Stichting Verpleeghuis Cunera'. Z r. Derksen werd in april 1973 opgevolgd door zr. Lies Schuur– man die deze functie tot 1978 vervulde. Haar opvolgster was zr. Hermana José (Mien) Westerlaken die tot 1983 als directrice aan het verpleeghuis verbonden was. Met haar vertrek kwam tevens een einde aan het leidinggeven door religieuzen . Mevrouw Cis Vugts nam het directeurschap toen over. In het verzorgingshuis De Bongerd dat als klooster/bejaardenoord in 1974 tot stand kwam in de voormalige boomgaard van de Abdij van Berne kregen bewoners van deze abdij eveneens een eigen vleugel. Zr. Leonarde de Jong had hiervan de regie als directr ice en zr. Josephine Martens kreeg de functie van hoofd van de huis– houding toebedeeld. Naast het wer k van professionele verpleegkundigen kan de rol die de talrijke vrijwilligers leveren aan het werk in en rondom beide huizen niet onvermeld blijven. Z r. Josephine Martens was de eerste religieuze die dit vrijwilligerswerk coördineerde, daar in opgevolgd door zr. Roos van den Broek die inmiddels deze functie weer overgedragen heeft aan mevrouw Karin van Kraay. Cunera kreeg naast naam als ver pleeghuis ook nog faam vanwege de excellente opleiding tot ziekenverzorgster. Deze opleiding ging in 1968 van start. In 1986 vond er een grondige herstructurering plaats. De opleiding scoorde zo goed dat Cunera op een gege– ven moment zelfs het hoogste slagingspercentage had van alle verpleeghuizen in de regio. 'Berne Zorg' In 1998 kwam er onder de nieuwe naam 'Berne Zorg' een fusie tot stand van Cunera en De Bongerd. Ook het rond 1972/ 1973 voor leken gebouwde bejaardenhuis 'Ter Weer' participeert in deze naam. In deze nieuwe vorm zijn de taken van de zusters van JMJ inmiddels overgenomen door leken. En hoewel hier nog menig religieuze verpleegd en verzorgd wordt, wordt hun aantal steeds geringer, net als het aantal religieuzen dat hen dagelijks bezoekt. Niettemin zullen de zusters in herinnering blijven als degenen die aan de wieg hebben gestaan van het verpleeg- en verzorgings– werk in het toen nog zo geheten dorp Heeswijk-Dinther. RM

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=