d'n Hadeejer december 2015

d ’ n hadee j er 17 niemand aanwezig was, hebben we daar stiekem toch allemaal van genoten, want laten we eerlijk zijn: er is toch niks mooier als ‘unne goeie fik’? Maar altijd gaan we als brandweer tot het uiterste om een brand zo vlug mogelijk te bestrijden, om het leed voor de mensen zoveel mogelijk te beperken en soms lukt dat en soms niet”. Ook heeft Henk in de loop van de jaren veel ongelukken meegemaakt, met in totaal ook zo`n 25 dodelijke slachtoffers. “Dat gaat je niet in de koude kleren zitten, maar gelukkig wordt er na afloop altijd nagepraat, zodat iedereen zijn verhaal kwijt kan. Maar door de veilige auto`s en doordat er minder met drank op achter het stuur gereden wordt, zijn er de laatste jaren gelukkig minder dodelijke slachtoffers te betreuren.” Wijkbeheerder Sinds 2004 werkt Henk bij de gemeente Veghel als wijkbeheerder en staat tussen de ambtelijke organisatie en de bewoners in: “Een drukke, maar mooie baan en ook als postcommandant heb ik een druk leventje, dus is er dadelijk weer tijd voor iets anders. Ik ben een druk mènneke, maar eerst ga ik na 25 jaar weer vissen. Iets wat ik vroeger veel heb gedaan en wat ook rustgevend is. Ook de politiek heeft mijn interesse en ik ben me daar ook in aan het oriënteren. Ik zou het leuk vinden en wil me daar ook voor in gaan zetten dat Bernheze zich bij Meierijstad gaat voegen, als het niet zou lukken om zelfstandig te blijven. Je ziet wel er zijn nog genoeg uitdagingen. Maar eerst lekker vissen.” Als je aan een kind vraagt wat hij later wil worden, dan zegt hij vaak piloot of brandweerman. Maar Henk de Laat had vroeger die ambitie niet en kwam pas later met de brandweer in aanraking. Henk de Laat (54) is geboren in Middelrode, maar woont sinds 1986 samen met zijn vrouw Ans in Dinther. “Toen ik net in Dinther woonde, solliciteerde ik als groenvoorziener bij de gemeente Heeswijk-Dinther en werd al snel aangenomen. Ik werkte toen samen met Toontje van Helvoirt en Wim Marinussen, die beiden bij de brandweer waren. Als de ‘pieper’ ging, moest ik hun vaak naar de kazerne brengen. Op een gegeven moment werd ik gevraagd door toenmalig commandant Frans Vervoort of dat niks voor mij was. Daar moest ik even over denken. Mijn vrouw vond het maar niks voor mij, maar na een keer een oefenavond te hebben bezocht, wilde ik het toch proberen en vond ik het een gezellige club waar ik inmiddels al 25 jaar deel van uit maak. In het begin heb ik vele cursussen gehaald zoals hulpverlening, gevaarlijke stoffen en een opleiding tot hoofdbrandwacht en daarna bevelvoerder. Na een aantal jaren kwam er een wisseling van de wacht als postcommandant en werd ik gekozen door de groep, wat ik inmiddels al weer 13 jaar doe. De reden om er mee te stoppen na 25 jaar? Ik heb vele veranderingen meegemaakt en er komen ook weer veel veranderingen aan, dus tijd om het stokje door te geven aan de nieuwe postcommandant William van Zutphen.” Meer regels “Tegenwoordig zijn er ook meer regels dan vroeger in het kader van de Arbo en moet alles verantwoord worden en op papier uitgewerkt worden. Dat was vroeger wel wat gemakkelijker en zonder al dat papierwerk ging d’n brand ook uit en werden de slachtoffers ook geholpen. Het mooiste werk als brandweerman, is toch altijd als er een melding van een brand komt waar geen slachtoffers bij betrokken zijn. We kregen een keer een melding van een brand in een leegstaande vervallen boerderij. Toen we daar aankwamen en er “Zonder al dat papierwerk ging d’n brand ook uit” “Ik ben een druk mènneke, maar nou ga ik eerst vissen” Tekst Michel van de Wetering Fotografie Sanne van Roozendaal

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=