d'n Hadeejer april 2011

Babs Grefkens (76) zit nog lang niet stil. Ze woonde en werkte in verschillende plaatsen door het hele land en zet zich in voor meerdere goede doelen en instanties: Rode Kruis, Wereldwinkel, bloedbank Sanquin en de Justitiële Inrichting in Vught. Een openhartig gesprek met een zorgzame vrouw. Tekst: Noortje van Schijndel Foto’s: Jacques Worms HaDeeinterview Portret van een veelzijdige en zorgzame vrouw: Babs Grefkens Het leven proeven en voelen Babs woont in een authentiek huis aan de Balledonk, nummer 5. Sfeervol ingericht met iconen, beeltenissen van engeltjes, Maria en Moeder Theresa. Als ik om elf uur ’s ochtends aanbel, is ze net de kaarsen aan het aansteken. Babs vertelt honderduit over haar leven in de buurt van ‘t Gooi, haar werkzaamheden in verschillende ziekenhuizen en de vele uren, die ze aan vrijwilligerswerk besteedt. Onbezorgd In 1934 werd Babs geboren in Naarden. Ze groeide op met vier zussen en drie broers in een Rooms-Katholiek boerengezin. “Mensen zullen wel niet verwachten dat ik een boerendochter ben,” lacht Babs. “Ik heb het werken niet uitgevonden, net als mijn moeder. Ik poets helemaal niet graag, maar de benedenverdieping ziet er ‘voor het oog van het volk’ netjes uit. Mijn vader werd bijgestaan door twee knechten. Mijn moeder door de dienstmeid Katrientje, die vaak tot ’s avonds laat bleef. Ze was eigenlijk onderwijzeres, maar werkloos. Heel Naarden kwam bij ons op de boerderij spelen, heerlijk was dat. Tijdens de Tweede Wereldoorlog moesten we voor enkele weken evacueren naar Enkhuizen, maar verder had ik een onbezorgde jeugd.” Babs ging naar de basisschool in Naarden en vervolgens naar de middelbare school in Bussum. “Mijn vader zei dat ik moest leren naaien om een goede echtgenote te worden. Na ‘lingerie 1 en 2’ en ‘costumière, heb ik zelfs nog ‘coupeuse’ gehaald. Ik had veel fantasie en gevoel voor stoffen en prijsberekening, maar ik vond er helemaal niets aan… Ik heb nog nooit een kledingstuk voor mezelf gemaakt. Ik wilde arts worden!” Verpleegkundige Om arts te worden, moest je vader notaris of advocaat zijn. Desondanks heeft Babs nog lang doorgestudeerd. “Verplegen heb ik vreselijk graag gedaan. Ik wilde geen arts worden voor het geld, maar als huisarts kon ik nòg meer voor mensen betekenen. Ook zeiden ze ‘laat ze maar verpleegster worden, daar komt ze wel op terug, want ze is overal ‘vies’ van’. Die lol gunde ik hen niet.” Babs begon na een studie als Verpleegkundige-A in het Rooms18 | april 2011

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=